Argentina info

Algemeen

Argentinie is het op een na grootste land van Zuid-Amerika en heeft een oppervlakte van 2,8 miljoen vierkante kilometer (75 x Nederland). Daarnaast claimt Argentinie een gebied van 1,2 miljoen vierkante kilometer op Antarctica (zie kaart).
De noordgrens wordt gevormd door Brazilie, Bolivia, Paraguay en Uruguay, de westgrens door Chili. De oostelijke kustlijn aan de Atlantische Oceaan is 4.700 kilometer lang. Geografisch gezien ligt Argentinie tussen 22 graden zuiderbreedte aan de Steenbokskeerkring en 55 graden Z.B. In oost-west richting ligt het land tussen 54 en 73 graden westerlengte.
Het land heeft ruwweg de vorm van een driehoek. Het centrale en noordelijke deel van het land is ruim 2000 kilometer breed, terwijl de zuidpunt maar weinig meer dan 200 kilometer meet. De uitgestrektheid van het land maakt al direct aannemelijk dat er een flinke landschappelijke variatie moet zijn. Zowel van noord naar zuid, als van west naar oost gaand verandert het landschap dramatisch.
Er zijn meerdere manieren om een groot land als Argentinie in te delen. Men kan een aantal duidelijke geografische regio`s onderscheiden. Deze vallen min of meer samen met de verschillende klimaatgebieden. Binnen de geografische indeling is een meer gedetailleerde indeling in vegetatiegebieden mogelijk. Het is bij de beschrijving van al deze gebieden onmogelijk om niet enigszins in herhaling te vallen.

Geografie

De provincies

Argentinie wordt in 22 provincies verdeeld. Daarnaast is er het federale district van de hoofdstad Buenos Aires (zie ook kaartje 1.1) en het Nationale Territorium van Vuurland.
Er wonen ruim 30 miljoen mensen in Argentinie. Buenos Aires telt met de buitenwijken inbegrepen bijna 13 miljoen inwoners. De steden Cordoba en Rosario elk bijna 1 miljoen. Andere grote steden zijn: Mendoza (605.000), La Plata (564.000), Tucuman (498.000) en Mar del Plata (414.000).

De Andes

Het Andes gebergte, de ruggengraat van Zuid-Amerika, bepaalt het aanzicht van west-Argentinie. Over een lengte van zo`n 3.500 kilometer strekt zich dit enorme gebergte uit. In het noordwesten van Argentinie tot aan Mendoza is de Andes zeer hoog, met veel gletsjertoppen tussen 5 en 7.000 meter. Bij de plaats Mendoza ligt de hoogste berg van Zuid-Amerika, de Aconcagua (6958 m). Als we de Aziatische bergen niet mee tellen is dit zelfs de hoogste berg ter wereld.
De Andes is hier droog en biedt een woestijnachtige aanblik. Op de hoogvlakten of puna`s tussen de bergen, liggen talrijke grote zoutmeren (salinas).

Belangrijke steden: Salta en Tucuman.

Verder naar het zuiden in de provincies Neuquen, west-Chubut en Santa Cruz worden de bergen lager. Westelijk van Bariloche ligt het bergmassief van Nahuel Huapi. Hier wordt de centrale Andes gekenmerkt door een groot aantal meren aan weerszijden van de grens met Chili. Het landschap wordt groener en bosrijker en lijkt enigszins op de Alpen.
In het Pleistoceen waren de gletsjers allemaal veel groter. De teruggetrokken gletsjertongen hebben tot de vorming van de meren geleid. Rondom deze meren liggen grote morenen (achtergelaten puin van de gletsjers).

Belangrijke steden: Lanin, San Carlos de Bariloche, Esquel en Calafate.

In het uiterste zuiden van Santa Cruz domineren gletsjers. De bergen zijn hier door langdurige gletsjerwerking tot een fjordenlandschap verweerd. De vele eilanden die hier liggen zijn in feite de topjes van bergen die door de stijgende zeespiegel onder water zijn komen te liggen. Nu nog reiken de gletsjers tot in de zee! Een paar imposante bergtoppen van graniet, waaronder de Monte Fitzroy (3375 m) laten nog eenmaal de kracht en indrukwekkendheid van de Andes zien.

De ontstaansgeschiedenis van de Andes is vrij complex. Continentale drift, vulkanisme, aardbevingen, wind- en watererosie, sedimentatie (afzetting) en gletsjerwerking hebben in een ingewikkeld samenspel het huidige land gevormd.
Voor het ontstaan van het Andes-gebergte gaan we ruim 35 miljoen jaar terug in de geschiedenis naar het laat-Tertiair.
De aardoppervlakte bestond uit een aantal grote platen of schollen. De bewegingen van de Pacifische plaat en de continentale plaat van Zuid-Amerika (tektoniek) hebben tot de vorming van het Andes- gebergte geleid. De pacifische plaat dook (en duikt nog steeds) onder de continentale plaat.
Door de gigantische kracht waarmee dit gebeurde en de grote spanningen die tussen beide platen ontstonden, werd de rand van de continentale plaat geplooid, wat gepaard ging met grote seismische en vulkanische activiteit. De hoofdplooi is het feitelijke Andes-gebergte geworden, waarop zich talloze vulkanen gevormd hebben.
Terwijl we in Ecuador nog meerdere actieve vulkanen zien, zijn ze in Argentinie vrijwel allemaal reeds zeer lang geleden uitgedoofd.

Geologie

 

De pampas, de Chaco en subtropische regio

Een reis oostelijk langs de Andes van noord naar zuid, levert meteen een heel ander beeld. Reeds beginnend in Paraguay is de Chaco, een zeer uitgestrekt vlak gebied met droge bossen, savannes, graslanden en moerassen die voornamelijk afwateren op de oostelijke Parana rivier. De Chaco vormt een overgang tussen het tropische deel van het land en de pampa`s.
Tussen de Parana en de Uruguay rivieren ligt het meest tropische deel van Argentinië, waar we moerassen en tropische bossen kunnen zien. We zijn in de provincies Entre Rios en Corrientes aangeland.
In het uiterste noordoosten aan de grens met Paraguay en Brazilië in de provincie Mesopotamië ligt de imposante Iguacu waterval.
De uit Brazilie komende Iguacu rivier stort zich hier over 275 cascaden in een 76 meter dieper gelegen ravijn. Enkele tientallen kilometers verder stroomt het water in de Parana rivier. Voor het ontstaan van de watervallen moeten we terug naar het verleden. Het noordoosten van Argentinie behoort geologisch tot de zuid-Braziliaanse plateaus die in het precambrium gevormd zijn. Ruim 120 miljoen jaar geleden was er hier een immense vulkanische uitbarsting, die het plateau bedekte met een basaltachtige lava. Door erosie van de rivieren van deze lava en de er later op afgezette lagen zijn er verschillende terrassen gevormd. Hier stroomt het water nu overheen. Er stroomt nu gemiddeld zo`n 170 kubieke meter water per seconde, maar dit kan oplopen tot 12.600 kubieke meter!

Belangrijke steden: Santiago del Estero, Resistencia, Corrientes en Posadas.

 

De Rio Parana en Uruguay komen samen uit in de Rio de la Plata in de Atlantische Oceaan. Hier ligt ook de hoofdstad Buenos Aires. De meest westelijke kuststrook van het land is hier beroemd vanwege haar mooie stranden.
Zuidelijk van Cordoba en Buenos Aires begint de pampa. Het woord stamt uit het Quechua en betekent vlakte. De pampa`s strekken zich uit over 750.000 vierkante kilometer. De pampa`s gaan geleidelijk over in de Patagonische steppe.
Pampabodem bestaat uit losse grond die door miljoenen jaren van erosie van de Andes is aangedragen. Deze bodemlaag is vaak meer dan 300 meter dik!
Het hoogteverschil in de pampa`s is gering; van 20 meter bij Buenos Aires tot 500 m in het westen. Hierdoor zijn er ook weinig
permanente rivieren ontstaan. Veel water blijft in laagtes staan en vormt dan lagunes. De westelijke pampa is droog met een armoedige prairie achtige vegetatie en de oostelijke pampa is natter en dichter begroeid.
De oostelijke pampas rondom Buenos Aires zijn nu grotendeels in cultuur gebracht voor landbouw en veeteelt. Hier wonen de gauchos. Westelijk en zuidelijk van de plaats. Cordoba is de pampa nog ruig en liggen er gei soleerde graniet bergketens, zoutvlakten en meertjes.

 

Patagonie en Vuurland

Ten zuiden van Neuquen aan de Rio Negro waaiert het gebergte oostwaarts uit en vormt een breed plateau met verspreid liggende toppen en bergmassiefjes. Deze zone is waarschijnlijk ook ooit aan de westkant aanwezig geweest, maar onder water verdwenen. Het plateau is ontstaan door dat de continentale plaat omhoog getild werd. De Straat van Magelhaen werd pas 10.000 jaar geleden gevormd en is dus relatief jong.
We bevinden ons nu in de Patagonische steppe van de provincies Rio Negro, Chubut en Santa Cruz. Eindeloos voortgaande schaars begroeide vlakten waarop zo`n 30 miljoen schapen grazen. De kuststrook is relatief smal en wordt door steile kliffen en stranden begrensd.
Een bijzondere plek langs de kust is het schiereiland Valdez. Via een smalle istmus bereikt men dit schiereiland dat meerdere door steile kliffen beschermde stranden heeft. De getijdeverschillen kunnen tot 25 meter oplopen, een record voor het land. Op het centrale deel van Valdez liggen zoutpannen, salinas, op 35 meter onder zeeniveau, wederom een record!
Hier liggen ook de belangrijkste steden als: Baha‘­a Blanca, Trelew, Comodoro Rivadavia en Rio Gallegos.
We zijn bij het eindpunt van het Zuid-Amerikaanse continent aanbeland. De bergen van de Andes en de Patagonische steppe vloeien samen in Vuurland. Dit eilandengebied dat van het vasteland gescheiden wordt door de straat van Magelhaen, is het zuidelijkste land ter wereld. In dit subantarctische gebied domineren nog enkele hoge tweeduizenders zoals de Mount Italia en Cerro Yogan. Hier ligt ook het bekende Beaglekanaal met de plaats Ushuaia. Vanaf Vuurland is het nog ruim 500 km tot aan Antarctica. Westelijk van Vuurland liggen de Malvinas of Falkland-eilanden. Deze eilanden behoren officieel nog toe aan Groot-Brittannie.

 

Klimaat – Algemeen

Aangezien Argentinie zich over een enorm oppervlak uitstrekt spreekt het vanzelf dat er een grote verscheidenheid aan klimaattypen zal zijn.
Alleen al op basis van de grootte van het land zijn er al duidelijke verschillen te onderkennen.
We onderscheiden warm, gematigd, droog en koud.
Noord-Argentinie bevindt zich nog in de subtropische sferen, terwijl het uiterste zuiden al onder invloed van het subantarctische klimaat is. Hierdoor is er een duidelijke temperatuurgradient van noord naar zuid.
Daarnaast zorgt de aanwezigheid van het Andes gebergte voor een hoogtegradient in het land met de daarbij behorende klimaatverschuivingen. Met toenemende hoogte neemt de gemiddelde temperatuur af. Elke duizend meter stijging betekent 4-6 graden afkoeling. Deze waarde varieert lokaal echter nogal.
Door dit hoogte afkoelingseffect wordt de noord-zuid gradient verstoord en buigen de temperatuurkrommen af naar het noordwesten.

Bij de neerslagverdeling ligt het iets anders. Boven 30 graden ZB. neemt de neerslag af van oost naar west. Hier werkt de hoge Andes als regenscherm voor de vochtige lucht afkomstig van de Pacifische Oceaan. Zuidelijk van 40 graden ZB. neemt de neerslag toe van oost naar west. Tussen 30 en 40 graden neemt de neerslag snel af van de Andes naar het centrale deel en langzaam weer toe naar de kust.
Voordat we het klimaat meer in detail zullen bespreken, eerst enkele interessante verschijnselen die we in zuidelijk Latijns-Amerika kunnen waarnemen.

*: Omdat we ons op het zuidelijk halfrond bevinden is er sprake van omkering van de seizoenen. De zomer loopt van november tot en met maart en de winter van juli tot en met september.
De meeste regen valt in de Argentijnse zomer, behalve in de zuidelijke Andes waar het meer in de winter regent! In de zomer zijn ook de temperaturen het hoogst.

*: Een ander bijzonder effect dat we zien is de variabele daglengte. In Noord-Argentinie hebben de dagen een normale lengte en is de variatie tussen zomer en winter niet meer dan twee uur. In Vuurland echter duurt de langste dag 17 uur en 23 minuten en de kortste dag 6 uur en 43 minuten.

*: Door de grote lengte van het land zien we nog een derde verschijnsel optreden. De nulgraden grens, dus de hoogte boven zeeniveau waar de gemiddelde temperatuur nul graden bedraagt, komt zuidwaarts gaand steeds lager te liggen. In noord-Argentinie ligt deze op ongeveer 4500 meter, in Bariloche op 2800 meter en in Vuurland op minder dan 1000 meter Hier kan de sneeuw tot op 700 meter hoogte blijven liggen.
Eenzelfde effect zouden we in Europa kunnen zien als we van Nederland naar Lapland zouden gaan.

*: In de zuidelijke Andes ligt een enorm groot gletsjermassief. Tussen 46.38 en 51 .25 graden ZB. spreidt zich een ijskap uit met een oppervlakte van bijna 18.000 vierkante kilometer ofwel 7.8% van al het ijs buiten de poolstreken! Deze Patagonische of continentale ijskap bestaat voor 60% uit firn; een dikke permanente sneeuwlaag die door haar eigen gewicht verdicht is en een typische structuur heeft. Voor de vorming van zo`n gigantisch pakket vermoedt men dat er in de hoogste regio`s een jaarlijkse neerslag van 7-8000 mm nodig is.
De echte gletsjers zijn vaak enorm groot: de Upsala aan het Lago Argentino is 595 km2 groot; de Viedma aan het Lago Viedma is 575 km2 en de Perito Moreno 195 km2! De gletsjertongen vloeien op een hoogte van maar 200 meter boven zeeniveau in de meren.

 

Klimaattypen en hun kenmerken

De hoofdklimaatgebieden kunnen nog verder onderverdeeld worden.
Naar aanleiding hiervan kunnen de volgende opmerkingen met betrekking tot een verdere klimaatindeling gemaakt worden.

Warm klimaat: noord en noordoost Argentinie

* Het warme, subtropische deel van het land ligt in noord- en noord- oostelijk Argentinie. Het tussen de Parana en de Uruguay gelegen gebied is warm en heeft geen droge periode. De gemiddelde temperatuur bedraagt 20 graden, varierend van 14 tot 26. Het regent het hele jaar door en er valt tussen 1700 en 1800 mm neerslag. In het noordwesten bij de plaats Tucuman is een kleine smalle zone waar een soortgelijk subtropisch klimaat heerst.

* Een warm klimaat met een droge periode tot max. 6 maanden in de eerste helft van het jaar, vinden we westelijker in de provincies oost Salta, west-Formosa, Chaco, Tucuman, Santiago del Estero en N.O. Santa Fe. In de Chaco vinden we de heetste gebieden van Zuid- Amerika!

* Een warm bergklimaat zien we in de lagere bergen in de net genoemde gebieden. Hier liggen de temperaturen iets lager.

 

Gematigd klimaat: Oost Argentinie

* Het meest typisch is dit langs de oevers van de Parana en Plata. De temperatuur varieert van 10 tot 24 graden. De jaarlijkse neerslag bedraagt ongeveer 900 mm

* Aan de grens met het warme deel van het land is er geen droge tijd meer.

* Aan de kust bezuiden Buenos Aires wordt het klimaat verder getemperd door de oceanische lucht. Neerslag: 600-800 mm. Temperatuur: 8-22 graden. De wind waait meestal zwak uit het noorden! noordwesten.

* In de bergen rondom Cordoba heerst een gematigd bergklimaat, wat iets koeler en droger is.

 

Droog klimaat: West en zuid Argentinie

Een groot deel van het land heeft een vrij droog klimaat.

* In de hoge puna boven de boomgrens en tussen Catamarca en Mendoza heerst een droog klimaat. Er valt minder dan 100 mm regen per jaar en de gemiddelde jaartemperatuur is 16 graden. De wind blaast meestal zwak uit het zuiden. Het aantal mooi weer dagen met zon is hier erg hoog.

* In Patagonie heerst een droog en koud steppe klimaat. De temperaturen zijn Vrij laag, 2 graden in de winter tot 20 graden in de zomer. Het kan er echter ook wel eens veel warmer of veel kouder worden. In Sarmiento werd ooit minus 30 graden gemeten! Het regent er weinig, tot 200 mm per jaar. In de winter kan het er wel eens sneeuwen.
Op de Patagonische steppe waait het vaak hard. Er zijn maar weinig plaatsen op de wereld waar de wind zo constant en uitgesproken aanwezig is als hier. De oorzaak hiervan is dat Patagonie zich bevindt tussen Vrij constante hoge luchtdruk gebieden in de Stille en Atlantische Oceanen en een sterk subpolair lage druk gebied boven Antarctica. Dit resulteert in vrij sterke dominante westenwinden het hele jaar door. Ze zijn het sterkst in de laatste maanden van het jaar.

 

Koud klimaat: Zuidelijke Andes en Vuurland

* In het hoge Andes gebied zuidelijker dan 34 graden is het klimaat koel (4-16 graden *) en vochtig met neerslag oplopend van 1000 tot meer dan 3000 mm. De meeste regen valt rond juli.

* Op Vuurland zelf is het kouder (2-12 graden *) en regent het meer (400-600 mm) dan in Patagonie. Het zuidwesten van Vuurland is het natst. De in het voorjaar en zomer overheersende zuidwestenwinden voeren koude lucht uit de zuidelijke Pacific aan. De gemiddelde jaartemperatuur bedraagt dan ook maar 6 graden. De extremen zijn echter groot. Zo is er ooit een maximum temperatuur van 30 graden gemeten en een minimum van minus 14 graden. Samengevat heerst er op Vuurland een eeuwige koele lente, waarbij op 1 dag alle jaargetijden kunnen passeren.

* Op de gletsjers van de continentale ijskap heerst een klimaat met een maximum temperatuur van 12 graden in januari.

(*: respectievelijk januari en juli temperatuur.)
* Op de Malvinas tenslotte heerst een koud oceanisch klimaat met veel regen en sneeuw

Vegetatietypen

Algemeen

Analoog aan de indeling in geografische regio`s kan men de verschillende vegetatietypen van Argentinie bekijken. Ook nu is er weer een onderverdeling in het subtropisch deel, de Chaco en pampa`s, de Andes en het Patagonische gebied.

 

Subtropische bossen

In de provincies Missiones, noordoost- Corrientes en langs de Parana rivier domineert subtropisch regenwoud. Dit is het best bewaard gebleven langs de Parana rivier bij de Iguacu watervallen.
Van Iguacu zijn ruim 2000 soorten hogere planten bekend. De bossen die we hier zien worden onder meer gekenmerkt door de nationale boom van Argentinie, de lapacho rosada (Tecoma sp.), door ceders (Cedrela fissilis) en Araucaria (Araucaria angustifolia). Deze laatste worden ook slangendennen genoemd. Zuidelijker in het land komen we andere Araucaria nogmaals tegen. Ze vormen vaak aparte bossen waarin ze domineren. De subtropische bossen kenmerken zich door een rijkdom aan bomen, die met lianen behangen zijn. De gevarieerde ondergroei geeft het geheel een weelderig aanzien.
In de bomen groeien onder meer diverse soorten bromelia`s en orchideeen.
De vegetatie van de watervallen is ook bijzonder. In de gematigde streken zijn watervallen slechts schaars begroeid. In Iguacu zien we echter dat de rotsen begroeid zijn met vertegenwoordigers van de familie der Podestomataceae. Deze op het eerste gezicht op mos lijkende plantjes zijn bijzonder goed aangepast aan het vochtige milieu. Elke soort heeft een eigen milieu gevonden; onder beschutte rotsrichels, midden in het water of weer recht onder een waterval. Ze hechten zich met een soort zuignap aan de rots vast en ontvouwen hier hun meestal waaiervormige blaadjes. De voortplanting van deze Podestomataceae is heel apart. Als het waterniveau daalt dreigt de plant binnen enkele dagen te verdrogen. Zodra dit gevaar aanwezig is, vormt de plant razendsnel bloemetjes, welke snel bevrucht worden. Nog voordat de plant de zaadjes heeft los gelaten, kunnen ze al weer kiemen, zodat sommige exemplaren als het ware levendbarend zijn.

Tussen de Parana en de Uruguay rivieren in ligt het zogeheten Mesopotamie of Tweestromenland. Deze streek is rijk aan tropisch uitziend bos. Grote bomen tot 40 meter hoog van vooral ceders en urunday (Astronium balansae), bamboe, varens en epifytische planten maken het bos nogal ondoordringbaar. Uit urunday wordt overigens terpentijn gemaakt. Het bos wisselt af met palmbosjes, moerassen, rietvelden en vochtig grasland.

Het noorden van de provincie Corrientes bestaat uit een alluviale vlakte met zand en klei. Hier liggen veel meren, permanente en semi-permanente moerassen. In deze esteros groeien veel palmen. Op de heuvels groeien veel Cocos yatai palmen. Daar waar het water goed weg stroomt, overheerst de extreem harde nandubay boom‘ (Prosopis nandubay).

 

De Chaco en moerassen

Het gebied noordelijk van de lijn Cordoba-Buenos Aires (of ruwweg de loop van de Salado rivier) heet de Gran Chaco Dit is het warme laagland met zomerregens. Het is een zeer divers gebied. Er komen droogtebossen voor, palmbosjes, cactusvelden, savannes, graslanden enz.

De Chaco bestaat eigenlijk uit een mozai ek van droge gebieden met moerassen of esteros. De rivieren die uit de Andes komen verwateren in de moerassen, zodat hun loop vaak niet meer te herkennen is. In de Chaco neemt de neerslag van Oost naar west af. De oostelijke Chaco wordt gedomineerd door zogenaamd Quebracho bos. Hier staan vooral exemplaren van de quebracho bomen Schinopsis balansae en S. quebracho colorado, deze hebben beide zeer hard hout, quebracho blanco (Aspidosperma quebracho blanco), guayacan (Caesalpinia melanocarpa), mistol (Zizyphus mistol) en allerlei palmen. De echte Chaco palm heet Tritrinax campestris.
Meer naar het westen bestaat de Chaco voornamelijk uit savannen met hier en daar palmbosjes van de palm Copernica australis. Hier staan ook de Algorobbo bossen met Prosopis alba en R nigra. Vermeldenswaard zijn de vele grote bromelia`s die vaak langs de bosranden staan. De rozetten van deze planten dienen als waterreservoir. Deze bron van water kan in de droge tijden erg waardevol blijken. De indianen noemen hem caraguata.

 

De pampa`s

Oorspronkelijk zijn de pampa`s boomloos, omdat de bodem vaak te compact is. Hierdoor is er te weinig koolzuur beschikbaar. Door toedoen van de mens zijn er diverse boomsoorten geintroduceerd, zoals pijnbomen, eucalyptus, casuarinas, platanen en eiken, iepen en populieren. Dit zien we vooral in de oostelijke pampa`s. Meer naar het westen zijn er veel vaak stekelige droogte resistente struikjes en lage boompjes aanwezig. Jarrillastruiken (Larrea sp.), Prosopis soorten, chanar (Gourilea spinosa) chuquiragua (een composiet) en‘ Acacia‘ soorten zijn de belangrijkste planten. Tussen de bomen en struiken groeit vaak helemaal niets. Men spreekt hier ook wel van Larrea halfwoestijn, daar deze veruit domineren. Daar waar oude gebergten nog aanwezig zijn, met name in het westen is de vegetatie natter en heeft een subtropisch uiterlijk. De bergen vangen regen en vormen zo een wat vochtiger milieu. Binnen de pampa`s is er niet alleen de monotonie van de vlakten. Daar waar de pampa`s de kust bereiken, verandert het landschap nogal. Bij San Clemente zuidelijk van Buenos Aires bijvoorbeeld zijn duinen, stranden, moddervlakten, rivieren, zoutmoerassen en brakwater kreken. Een ogenschijnlijk saai lijkend landschap maar met allerlei interessante plekjes.

 

De bossen van de Andes.

De noordelijke hoogste Andes wordt gedomineerd door schaarse puna vegetatie. Hier groeien vooral grassen (Festuca‘en Pennisetum), kleine kruiden, dwergstruiken (o.a. Prosopis), de kleine boom Polylepis tomentella, zuilkaktussen (Orocereus sp.) en andere succulente planten en bromelia’s. Deze vegetatie zien we vooral tussen 3200 en 4500 meter hoogte.
Grote gebieden zijn helemaal niet begroeid, maar bestaan uit grote zoutwoestijnen. Meer naar het zuiden is het klimaat wat natter en zien we in de middelgebergte prachtige bossen, waarin de Zuid-Amerikaanse beuken domineren‘ (Nothofagus obliquaen, N. nervosa). Tussen de bomen groeien allerlei struiken, kruiden, bamboes en varens. Er slingeren lianen en klimplanten door het bos heen. ln de bomen groeien talrijke epifyten en parasitaire planten.
Behalve Nothofagus bomen groeien lokaal ook laurierachtigen en enorme coniferen. Dit zijn de lariksen of Alerces (Fitzroya cupressoides, de tegenhangers van de redwoods uit de Verenigde Staten. Ze kunnen een hoogte van 50 meter bereiken.
In de Zuidelijke Andes zien we ook de‘ Araucania‘ bossen. Deze bomen kennen wij als de slangendennen. Ze kunnen flink hoog worden, tot 45 meter.

 

De Patagonische steppe en Vuurlandse vegetatie

De steppen van Patagonie worden gedomineerd door uitgestrekte grasvlakten met hier en daar wat bomen en struikjes. De grassen behoren veelal tot de geslachten‘ Poa, Agrostis.‘ Ook zegges‘ (Carex sp.)‘ zijn algemeen.
Behalve de grasvlaktes zijn er ook uitgestrekte gebieden, waarin alleen kruiden en kleine struikjes groeien. Daar tussen in is de grond gewoon kaal.
Op Vuurland overheerst zogenaamd Patagonisch of subantarctisch bos. Dit bos komt tot een hoogte van maximaal 600 meter boven zeeniveau voor. Er is nog ongeveer 630.000 hectare van over. Er zijn maar 6 soorten bomen. Dominant zijn de bladverliezende beuken nire‘ (Nothofagus antarctica),‘ die vooral in midden Vuurland groeit en lengua‘ (N. pumilio),‘ die in zuidelijk Vuurland voorkomt. De Coihue‘ (N. betuloides)‘ is altijdgroen, evenals de canelo‘ (Drymis winterli),‘ de lena dura‘ (Maytenus magellanica)‘ en cypres‘ (Pylgerodendron uviferum).‘ De laatste groeit alleen op Chileens grondgebied.

In de laagste gebieden zijn de bomen tot 30 meter hoog en is de bodem voedselrijk. Hier is het wat warmer en is de wind minder sterk. In de hogere delen zijn de bomen gedrongen met een dikke stam en veel takken. De bomen hebben het niet makkelijk. Ze torsen in de winter heel wat sneeuw en de bossen voorkomen daarmee tegelijkertijd sneeuwlawines. Door de ondiepe bodems kunnen de bomen maar ondiep wortelen. Onder invloed van de sterke wind groeien veel bomen zijwaarts.
Tenslotte worden ze vaak door bepaalde schimmels lastig gevallen, waardoor ze snel weg kunnen rotten. Op de takken van de bomen kunnen we diverse zogenaamde hemiparasieten vinden. Dit zijn planten die teren op het hout van de boom, die daardoor schade oploopt. In Vuurland noemt men deze planten o.a. vogelnestje of indianenbrood. Vrij algemeen op de bomen groeiend is het korstmos of baardmos‘ Usnea barbata.‘ In de allerhoogst gelegen gebieden is de hoogte van de bomen gereduceerd tot minder dan een halve meter!
De otter die hier voorkomt, bouwt dammen waardoor stukken bos onder water komen te staan en langzaam afsterven.
Van de vele soorten struiken noemen we er twee. De calafate‘ (Berberis buxifolia)‘ heeft prachtige bloemen en eetbare bessen. Men zegt dat als men de stekels trotseert om de bessen te bemachtigen, men zeker weer terugkomt op Vuurland! De natro of vuur- struik‘ (Embotrium coccineum)‘ staat in de late lente boordevol rode bloemen. Er zijn verder in totaal zo`n 500 soorten bloemplanten en varens bekend uit Vuurland.

Fauna

De enorme variatie aan vegetatietypen brengt een grote rijkdom aan dieren met zich mee. Aan de hand van de verschillende geografische en vegetatiekundige regio`s zal de dierenwereld van Argentinie kort besproken worden.

Subtropisch Argentinie

De soorten dieren die in deze regio voorkomen zijn legio. Van de hieronder genoemde soorten komen de meeste voor in het nationale park lguacu. Diverse soorten komen verder nergens in het land voor. Er zijn in dit deel van het land 100 soorten zoogdieren bekend. Bovenaan de voedselketen staat de jaguar (Pantera onca), die helaas veel bejaagd en erg schuw is. Andere roofdieren zijn de margay (Felis wiedi), ocelot (F. pardalis) en oncilla. In de bossen lopen hier en daar paadjes van de Braziliaanse tapir (Tapirus terrestris). De bruine en zwarte brulapen (Alouata fusca, resp. A. caraja) maken op zijn tijd met hun gebrul hun aanwezigheid kenbaar. Een andere apensoort is de witkop capucijnaap (Cebus opella), met zijn lichtgekleurde gezicht. Onder de kleinste apen zien we drie soorten marmosets.

Van de knaagdieren zijn pacas (Cuniculus paca), agoutis en stekelvarken (Coendou prehensilis) de bekendste.
Enkele grotere insecteneters zijn reuzengordeldier (Priodontus giganteus), grote miereneter, tamandua (een kleine miereneter), In de bomen leeft de vegetarische twee-tenige luiaard (Choloepus didactylus) Andere zoogdieren zijn de krabetende Vos (Cerdocyon thous), het red brocket hert (Mazama sp.) en twee soorten peccaries of wilde zwijnen (Tayassu ssp.). Om iets van deze meestal schuwe dieren te kunnen zien, is het nodig om rond zonsopkomst of ondergang op de loer te liggen. In het noordoosten komen wel 7 soorten (buidel) opossums voor en zeker 22 soorten vleermuizen.
Van de vele vogels die er voorkomen, 400 soorten, noemen we de toekans, papegaaien, roodgroene ara`s en kolibries. Kolibries komen overigens in bijna heel Argentinie voor. Daarnaast komen er onder andere veel soorten tanagers, vliegenvangers, spechten en mierenvogels voor Een van de fraaiste roofvogels is de zwartwitte havikarend. Van de gieren moet de fraaie grotendeels witte koningsgier genoemd worden. De vogels hebben meestal een groter verspreidingsgebied, waardoor we veel soorten ook in de Chaco en pampa`s kunnen verwachten.
Veel vlinders en motten, in totaal 2000 soorten, allerlei insecten, reptielen waaronder kaaimannen en amfibieen, maken het beeld van de fauna kompleet.

 

De dieren van de Chaco en moerassen

In de Chaco komen veel soorten dieren voor. Een deel van de hiervoor reeds besproken soorten zijn ook in de Chaco thuis. Daarnaast zijn er een aantal typische Chaco soorten.
De dierenwereld van de Chaco is het rijkst in de nattere moerassige delen, zoals in de Esteros del Ibera. Hier vinden we brulapen en veel soorten grote watervogels (reigers, ooievaars, jacana`s) en eenden. Ook de manenwolf (Chrysocyon brachyus) leeft hier nog. Deze hondachtige heeft nogal lange manen en is meer hoog dan lang. Hij ziet er dan ook een beetje vreemd uit. Hij is ‘s nachts actief en jaagt op knaagdieren, kikkers en vogels.
In en langs het water vertoeven families van capibara’s (Hydrochoerus hydrochaerus). Deze zachtaardige forse knaagdieren moeten wel steeds voor kaaimannen op hun hoede zijn. Bijzondere dieren zijn ook de reuzenmiereneter en het reuzengordeldier of tatoe. De tatoe wordt 1 meter lang en houdt zich vooral in de dichter begroeide delen op.
In de rivieren komt onder andere de dorado (Salminus maxillosus) voor. Deze vraatzuchtige vis wordt gevreesd en is een bedreiging voor watervogels.

 

De dieren van de pampa`s

Hoewel de pampa`s grotendeels gecultiveerd zijn, kan men er toch nog wilde dieren vinden. Vooral knaagdieren zijn algemeen voorkomend. Een bekende soort is de vizcaya (Lagostomus maximus), een typisch groot en grijs knaagdier, dat aan de chinchilla verwant is. Ze graven uitgebreide ondergrondse stelsels, waar ze de hele dag in verkeren. ‘s Nachts komen ze er pas uit. Vizcayas kunnen wel 45 kilo wegen. Ze zijn erg tam en maken ‘s nachts nogal eens veel lawaai.
Andere typische knaagdieren zijn de mara (Patagonische haas (Dolichotis patagona), de nutria of beverrat en de tuco tuco (Ctenomus sp.). De tuco tuco is een 20 cm lang knaagdier dat met zijn soortgenoten kontakt houdt door tuco uit te roepen.
De grijze en de krabetende vos zijn vrij algemeen, net als de eerder genoemde capibara en het stinkdier. Op enkele beschermde plaatsen leeft nog steeds het pampa hert.
In de pampas komen veel soorten vogels voor. Een aantal zullen we nader bespreken.
Een heel bijzondere is de grote (125 cm) nandoe (Rhea americana). Deze wordt wel Zuidamerika`s struisvogel genoemd. Zuidelijk van de Rio Negro komt de kleinere Darwin nandoe (Pterocnemia pennata) voor. Nandoes zijn polygame vogels. De mannetjes hebben 5-6 wijfjes die eieren leggen in een groot gemeenschappelijk nest. Het mannetje broedt ze uit en laat geen wijfje meer in de buurt van het nest komen. Als er indringers komen leidt hij ze af en doet hij alsof hij gewond is. De 20-50 eieren komen na 6 weken uit. Ooit waren er veel nandoes, maar door jacht voor plezier en voor de veren zijn er veel verdwenen. Tegenwoordig worden ze beter beschermd en soms ook gefokt op speciale ranches.

In de hogere westelijke pampas is de condor lokaal algemeen. Deze majestueuze vogel komt in de hele Andes van de Argentinie voor. Hij kan een spanwijdte van ruim 3 meter bereiken en maakt zijn nest op moeilijk bereikbare rotsen. hier broedt hij in de maanden juli- augustus zijn eieren uit.
De zwartkopeend is bijzonder daar hij parasiteert op de nesten van andere vogels, net als de koekoek.
Wie zich in de pampa bevindt hoort vaak de geluiden van twee bepaalde vogels. De ene is de teru of Cayennekieviet. Eigenlijk is dit een plevier, die een oorverdovend geluid maakt als hij verstoort wordt of onraad ruikt. De andere is de chaja of kuifhoenderkoet die ook zeer luidruchtig kan zijn. Hij heet in het Engels niet voor niets southern screamer. Ook de verwante gekuifde screamer komt hier voor.
Monniksparkieten zijn er lokaal in grote zwermen en maken grote gemeenschappelijke nesten in bomen. Zon groepsnest is soms wel 2 meter in doorsnede.
De pampa`s spelen een belangrijke rol voor trekvogels uit zowel Noord-Amerika, als uit Patagonie. Grutto`s, tureluurs, oeverlopers en plevieren komen dan hier overwinteren.
In de kust pampas waar zoetwater en zoutwater milieus met elkaar in aanraking komen zijn veel vogels. Dit geldt vooral voor de Rio de Ia Plata, de noordoost grens van de pampa. In de monding van de Rio de la Plata komt de unieke Plata dolfijn (Stenodeiphis blain) voor. Deze lokaal tonina genoemde dolfijn heeft een lange bek en wordt ongeveer 1.5 meter lang.

 

De dieren van de Andes

In de noordwestelijke hoge Andes gebieden van Argentinie leven niet echt veel soorten dieren. Dit heeft veel te maken met het koude klimaat en met de droogte van de gebieden. Toch zijn er wel een aantal spectaculaire verschijningen, zoals de grote kolonies flamingo`s die langs de oevers van het meer Laguna Pozuelos waden. Het meer ligt dicht bij de grens met Bolivia. Ook in andere meren (salinas) komen flamingo`s voor.
De flamingo`s worden vergezeld van diverse andere soorten watervogels, waaronder de punataling en de andeskoet.
In de hoge puna leven ook vizcachas, echter een andere soort dan op de pampa leeft. Deze is overdag actief. Ook de Darwin nandoe leeft in de Andes.
De poema is het typische roofdier van de Andes.
Verder zuidelijk waar het wat natter is, liggen allerlei meren. Hier zijn vooral watervogels algemeen. Een fraaie vogel is de zwartnek zwaan.
Langs de meren en in de grasrijke valleien zien we diverse soorten ganzen zoals de andesgans, de hooglandgans en de grijskopgans. Verder zijn algemeen: austral parkiet, de bruinnek ibis, de grote magelhaense specht en de mooie groenrug vuurkroon kolibrie. In de wildste wateren verkeert de torrent duck. Deze eend heeft schijnbaar geen moeite met de kracht van stroomversnellingen. Boven de boomgrens leeft de huemul, een kleine hertensoort en de guanaco (lama guanicae) een kleine ongeveer 120 cm hoge lamasoort met een roodbruine vacht en lichtgekleurde buik.

 

De Patagonische en Vuurlandse fauna

De dierenwereld van Patagonie en Vuurland is bijzonder. Er zijn zowel inheemse als ingevoerde diersoorten.
De volgende inheemse zoogdieren komen er voor: guanaco, vuurlandse vos (Dusicyon cuphaeus), visotters, vleermuizen, tucu-tucu, de Patagonische haas of mara, de Patagonische wezel en diverse soorten muizen. Er komen twee soorten gordeldieren voor: het harige en het pichi gordeldier.
Ingevoerde dieren zijn: Europees konijn, bever, muskusrat en Patagonische vos. Langs de kust komen een aantal bijzondere zeezoogdieren voor. De zuidelijke zeeleeuw (Otaria flavescens) leeft in kolonies, evenals de zuidelijke pelsrob (Arctocephalus sp.) en zeeolifant (Mirounga leonina).
In het voorjaar verzamelen zich honderden zeeleeuwen bij onder meer Punta Loma op het Valdez schiereiland. De zeeleeuwen zijn groot; de mannetjes worden tot3 meter lang en bereiken een gewicht van 300-500 kilo Ze hebben een harem van 12-15 wijfjes om zich heen. Sommige mannetjes hebben zelfs 25 vrouwtjes bij zich. In januari worden de jongen geboren. De wijfjes dragen het enige jong gedurende 1 jaar tot de geboorte volgt.
In de periode september/oktober beginnen ook de enorme zeeolifanten (Mirounga leonina) aan hun paringsrituelen. Ze wegen tot 400 kilo en worden maximaal 5 meter lang. De mannelijke zeeolifanten hebben een typische slurfachtige uitgroeiing bovenop` hun neus. Deze kan tot 50 cm lengte opzwellen in de paringstijd en een trompetterend geluid maken. Ook zeeolifanten hebben harems van 8-10 vrouwtjes. De vrouwtjes zijn wat kleiner, 3-4 meter lang.
Heel aparte dieren zijn de Magelhaense pingui ns (Spheniscus magellanicus). Dit is een van de 17 soorten pingui ns van de Antarctische streken. De andere soorten blijven zuidelijker. Ze leven tussen september en maart in grote groepen met tienduizenden bij elkaar op diverse plaatsen langs de kust. Pingui ns kunnen niet vliegen maar zijn uitstekende zwemmers en duikers. Hun vleugels zijn tot vinnen omgevormd. De Magelhaense pingui ns zijn ongeveer 70 cm hoog. Ze verspreiden een sterke geur. Als men zich rustig gedraagt is het mogelijk om tussen de vele pingui ns door te lopen. Ze komen alleen aan land om te broeden of als ze uitgeput zijn. Ze leggen per broedsel 1 of 2 eieren, die in gaten op de grond gedeponeerd worden. Na 35 dagen komen ze uit. In maart begint dan de trek naar het zuiden. In september komen ze weer terug.
In de winter migreren ze verder noordwaarts langs de kust en kunnen ze het zuiden van Brazilie bereiken.
In de kustwateren leven orka’s of killer whales en groenlandse walvissen (Southern right whale). Zuidelijker komen blauwe vinvissen voor.

Orka’s`s zijn verwant aan dolfijnen en behoren tot de tandwalvissen. In tegenstelling tot andere walvissen hebben orka’s tanden en geen baleinen.
Ze vallen op door hun fraaie zwart wit tekening en hun spitse rugvin. Bij de mannetjes is deze vin driehoekig en bij de vrouwtjes is deze naar achteren gekromd. Een vrouwtje wordt met 15 jaar volwassen en werpt dan eens per 5 jaar een kalf. Dit lage geboortecijfer wordt gecompenseerd door de lage sterfte (1-3%). Orka’s worden 60-80 jaar oud!
De orka’s zijn roofdieren die zich niet alleen aan de vele soorten vis tegoed doen, maar die ook zeeleeuwen, dolfijnen of zelfs een walvis niet versmaden. Tussen maart en mei kan men soms zien hoe orka’s zich soms op het strand werpen om een jonge zeeleeuw te pakken. Een spectaculair gezicht..
Orka’s`s hebben de naam dat ze nogal agressief zijn. In werkelijkheid zijn ze echter intelligent, zachtaardig en werken ze met elkaar samen. bij hun communicatie maken ze gebruik van echolokatie (sonar). Meestal blijft een groep orka’s levenslang bij elkaar
De right whales behoren tot een aparte tak in de walvisfamilie. Ze zijn zo`n 25-30 miljoen jaar geleden afgesplitst van de overige baleinwalvissen.
Een volwassen wijfje geeft eens per 3 jaar een kalf. Het blijft een drietal maanden bij de moeder en trekt dan rond november met haar moeder de open zee in waar het een onafhankelijk leven begint
Deze walvissen communiceren met elkaar door middel van laagfrequent geluid en andere tonen. Over het hoe en wat van deze walvissentaal begint met langzamerhand pas een beeld te krijgen.
De walvissen voeden zich met de vele algen (kelp) die in de zee leven. Tussen juni en december zijn ze in de baaien van het Valdez schiereiland te zien Er zijn nog maar zon 3.000 exemplaren over en daarmee is deze soort erg bedreigd. In het water leven verder veel soorten kreeftachtigen, mossels, zeeegels en andere ongewervelden.

Nationale parken en natuurbehoud.

In Argentinie werd het eerste nationale park van Zuid-Amerika opgericht. Dit gebeurde in 1903 toen het Nahuel Huapi park een feit werd. Nu zijn er zon 12 nationale parken, die serieus beheerd worden op de wijze zoals de Verenigde Staten dat doen. Er zijn goede voorzieningen voor de bezoekers zoals hotels, berghutten en campings.
De grootste parken liggen in de zuidelijke Andes. De totale oppervlakte aan beschermde gebieden is niet zo heel groot, gezien de enorme oppervlakte van het land zelf
Behalve nationale parken zijn er ook natuurreservaten. Deze hebben een andere wettelijke status. Een aantal belangrijke reservaten liggen langs de kust bij het schiereiland Valdez. Hier worden op verschillende plaatsen de zeezoogdieren beschermd.
Ook zijn er enkele nationale monumenten, die bijvoorbeeld de versteende bossen in Patagonie en verschillende grotten met rotstekeningen beschermen.

 

Noord-oosten

* Iguacu National Park – UNESCO World Heritage Site
* Chaco National Park
* Mburucuya National Park
* Ra‘­o Pilcomayo National Park

 

Noord-westen

* Baritu National Park
* Copo National Park
* Campo de los Alisos National Park
* Calilegua National Park
* El Rey National Park
* Los Cardones National Park

 

Centraal

* El Leoncito National Park
* El Palmar National Park
* Lihue Calel National Park
* Los Venados National Park (projected, in San Luis)
* Predelta National Park
* Quebrada del Condorito National Park
* San Guillermo National Park
* Sierra de las Quijadas National Park
* Talampaya National Park – een UNESCO World Heritage Site sinds 2000

 

Zuid

* Lana‘­n National Park
* Lago Puelo National Park
* Laguna Blanca National Park
* Lana‘­n National Park
* Los Alerces National Park
* Los Arrayanes National Park
* Los Glaciares National Park – also a UNESCO heritage site
* Nahuel Huapi National Park
* Francisco P. Moreno National Park
* Monte Leu National Park
* Tierra del Fuego National Park

 

 

Literatuurlijst

Backpacking in Chile and Argentina, 1989, Bradt Pubi., UK.
Diez M.Z, Argentina 1, Bibliotheca Iberoamericana, 1988, vol.46, Anaya.
Diez M.Z, Argentina II, Bibliotheca Iberoamericana, 1988, voL 50, Anaya.
Dotst J., Het Elsevierboek over de wereiddelen: Zuid-Amerika, 1968.
lnsight Guides, Argentina, 1988, APA Publications.
Narosky T & Yzurieta 0, Birds of Argentina & Paraguay, 1989,
Vazquez Mazzini Editores, Argentina.
Schuurman E & Heer E., Landenreeks Argentinie, 1991, Kon. Inst. vd. Tropen, Novib, NCOS.
Schwerdtfegger W, Climates of Centra! and South America, World Survey of Climatology vol 12, 1976, Elsevier, Amsterdam.
Spichiger R. & Ramella L., The forests of the Paraguayan Chaco. in Tropical Forests, 1989, Academic Press.
Walschburger A. C., Los Andes, Bibiotheca Iberoamericana, 1988, vol.56, Anaya.
Walter H., Vegetation der Erde, 1973.
Walter H. & Breckle S. W, Okologie der Erde, Bd. 2, 1984, UTB.
Yarza E, Volcanes de Iberoamericana, Bibliotheca Iberoamericana, 1988, vol.38, Anaya.


up

Leave a comment

captcha *